GO Blog | EF Blog Belgium
Het laatste nieuws over reizen, taal en cultuur door EF Education First
MenuGratis brochure

Waarom Engels leren nog altijd een must is

Waarom Engels leren nog altijd een must is

Vandaag de dag kan je vrijwel niet om de Engelse taal heen. Er zijn naar schatting 360 miljoen native speakers, maar in totaal spreken 1,6 miljard mensen Engels als eerste, tweede of derde taal. Door de eeuwen heen is het een ‘brugtaal’ geworden die mensen in de internationale handel, diplomatie en cultuur met elkaar verbindt. En hoewel er nóg meer mensen zijn die Chinees of Spaans als moedertaal spreken, ziet het er niet naar uit dat die twee binnenkort het Engels van de troon stoten als “lingua franca”.

Ondertussen spreekt één op de vier taalstudenten het Engels al op een “bruikbaar” niveau. Is het leren van die taal dan nog wel zo’n goeie investering als vroeger? En zorgt de verwachte opkomst van vertaalmachines er niet voor dat communicatieskills binnenkort minder waard (of zelfs overbodig) zullen zijn?

De wortels van de overheersing

Hoewel er regelmatig wordt gespeculeerd over de toekomst van het Engels en sommige mensen zelfs een ondergang van de taal voorspellen, denken veel linguïsten dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen. Zoals David Graddol uitlegt in “The Future of English?” is er geen enkele reden om te denken dat een andere taal de komende vijftig jaar de rol van lingua franca overneemt. De taal zal zelf ook geen andere talen opslokken, maar even nuttig blijven in de handel, diplomatie en popcultuur als nu.

De Engelse overheersing is te danken aan de geschiedenis: dankzij eeuwenlange kolonisatie, industrialisatie en globalisering is de taal in bijna elke uithoek van de wereld beland. Taaldeskundige David Crystal denkt dat er daardoor sinds de jaren 60 zo’n zestig tot zeventig “soorten Engels” zijn ontstaan. Maar ook praktische factoren spelen een rol in de dominantie van de taal. De afgelopen eeuwen ontwikkelde het Engels zich tot de smeerolie van een wereld die steeds meer met elkaar verbonden werd. Maar hoewel het lastig zou zijn om zo’n diepgewortelde en gevestigde taal van het internationale podium te duwen (of misschien zelfs compleet onmogelijk), blijft het toch een onderwerp dat steeds weer ter sprake komt. Misschien wel vooral door mensen die ontevreden zijn over de huidige overheersing van de Engelstalige wereld, ook qua cultuur.

Engels minder populair? Onmogelijk

Mede door de bijna één miljard native speakers wordt het Mandarijn (Chinees) vaak genoemd als dé belangrijkste concurrent. Toch zou dat om allerlei redenen een uiterst onpraktische opvolger zijn. Door de ingewikkelde tonen en karakters is die taal ontzettend moeilijk om onder de knie te krijgen. Bovendien bestaat er in het Mandarijn geen volledig internationale popcultuur die het gebruik van Engels onder voornamelijk jongeren promoot. En zelfs binnen Oost-Azië zorgt de associatie van de taal met de acties van de Chinese politiek ervoor dat de taal zich buiten China niet gemakkelijk verder verspreidt. Zelfs in omstandigheden waarin je het Mandarijn juist als dominante taal zou verwachten, wordt het Engels juist vaak als veiligere, “neutralere” taal gezien: zo wordt het gebruikt als werktaal van de ASEAN, de Association of Southeast Asian Nations.

En Spaans dan? Dat heeft meer dan 400 miljoen native speakers en gaat wel gepaard met een populaire (pop)cultuur wereldwijd. In tegenstelling tot Chinees is het Spaans ook vrij makkelijk om in de vingers te krijgen. Hoewel er waarschijnlijk steeds meer mensen Spaans zullen gaan leren, zal ook deze taal niet gauw de positie van het Engels overnemen. Nog los van het feit dat Engels al vrijwel volledig in de internationale handel en popcultuur is geëmbed, en niet te vergeten de praktische kant en de geschiedenis, moet je niet vergeten dat Engels ook gezien wordt als belangrijkste taal. Zolang mensen blijven geloven in het belang van Engels en moeite blijven doen om het te leren, zal de populariteit van het Spaans of welke andere taal dan ook binnen de perken blijven.

Het businessmodel van Engels

Het belang van Engels als internationale lingua franca valt vooral op in de zakenwereld. Zelfs in branches waar diversiteit belangrijk is en waar het wordt gewaardeerd als je meerdere talen spreekt (denk aan diplomatie en onderwijs) blijft Engels op nummer één staan.

De vaardigheid om buiten onze landsgrenzen effectief te kunnen communiceren is een must op de hedendaagse internationale en cultureel gevarieerde werkvloer. Professor Tsedal Neeley van Harvard Business School denkt dat tweetaligheid het antwoord is. “Bedrijven hebben een taalstrategie nodig, zeker als ze internationale ambities hebben”, legt ze uit. De voordelen van het gebruik van een lingua franca in een zakelijke omgeving zijn eindeloos, van vlekkeloze internationale communicatie tot het kunnen bereiken van nieuwe internationale klanten. Engels is “de internationale taal van de zakenwereld”, zegt Neeley. Er is geen enkele reden om het wiel opnieuw uit te vinden en bedrijven doen ook geen enkele moeite om afstand te nemen van het Engels, zelfs niet als ze ook nog andere talen nodig hebben om hun producten op lokaal niveau aan te bieden. Managers die vloeiend Engels spreken zijn populair op de arbeidsmarkt, omdat ze beter in staat zijn om internationale projecten, bedrijven en teams te leiden. Hierdoor ontstaat een positieve feedbackloop die het belang van Engels voor mensen met internationale werk- en handelsambities alleen maar verder versterkt.

De diplomatieke voordelen

Hoewel het Engels een van de zes officiële talen van de Verenigde Naties en een van de twee officiële NAVO-talen is, en dus belangrijk is voor de internationale diplomatie als geheel, laat de EU misschien nog wel meer zien hoe belangrijk Engels is geworden. Hoewel de EU officieel van mening is dat elke taal evenveel waard is, benadrukt de Head of Training of Interpreters, Alison Graves, dat het Engels steeds meer gebruikt wordt en daardoor meer gewaardeerd wordt – “hoewel dat dus niet officieel zo is”. Het is zelfs populairder geworden dan het Frans, dat altijd overheerste in Europa. Engels staat tegenwoordig te boek als de populairste van de drie EU-werktalen en is onmisbaar geworden, zoals Alison Graves het noemt.

En dat heeft zo zijn gevolgen, wat je bijvoorbeeld bij het Internationaal Strafhof merkt. Auteur David Chuter laat in zijn boek “War Crimes: Confronting Atrocity in the Modern World” zien dat de populariteit van Engels verregaande gevolgen heeft. “Het feit dat het Engels de belangrijkste werktaal is, zorgt ervoor dat documenten in het Engels zijn, dat overheden in het Engels communiceren en dat Engelstalige gesprekspartners de meeste invloed hebben. Journalisten met goede Engelse vaardigheden hebben toegang tot de beste bronnen en de procedures van Engelstalige organisaties worden steeds gangbaarder.”

Een gevarieerd internationaal landschap

Aan de andere kant van het spectrum is er de onlinewereld, die nog steeds erg op het Engels leunt maar steeds meer laat zien hoe divers onze planeet eigenlijk is. Hoewel de fundering van het wereldwijde web Engels is en die taal in de begindagen overheerste, is tegenwoordig naar schatting “nog maar” 40 procent van het internet Engelstalig. Minder dan 30 procent van de gebruikers spreekt Engels. Nu miljoenen mensen toegang krijgen tot internet, wordt het taalgebruik er nog veel gevarieerder: kijk maar naar de opkomst van sociale netwerken in China.

Toch overwegen zelfs niet-Engelstalige content creators soms om zich toch in het Engels te uiten. Afhankelijk van hun doel en beoogde publiek is dat soms een logische keuze. Bovendien valt het Engels niet te vermijden: schijnbaar onopvallende termen als “selfie”, “hashtag” en gewoon “internet” worden vaak niet eens vertaald. Zo krijgt het Engels op een unieke wijze steeds meer vat op andere talen.

Een self-fulfilling prophecy?

Het praktische belang van Engelse taalvaardigheden in een wereld die is gebaseerd op internationale handel en communicatie, is natuurlijk logisch. Maar het veronderstelde belang van de taal houdt de populariteit ervan al helemaal hoog. Want wie zou jonge mensen nou aanraden om géén Engels te leren? Juist ja. Het gigantisch hoge aantal taalstudenten – op dit moment meer dan een miljard – houdt de overheersing van het Engels generatie na generatie in stand.

Volgens Eurostat leert 94 procent van de Europese bovenbouwscholieren Engels. In Scandinavië wordt het een voor de hand liggende tweede taal beschouwd en zorgen de lessen van jongs af aan, de kleine klassen, de onderdompelingstechnieken en het continu benadrukte belang van taalonderwijs voor een internationale loopbaan ervoor dat de bevolking extreem goede taalvaardigheden heeft. Een heel eind verder weg, in Maleisië, sturen sommige ouders hun kind zelfs bewust naar een school in Singapore, waar Engels de belangrijkste taal is. In Vietnam, waar mensen een reflexmatige hekel aan Mandarijn hebben, omarmt de bevolking veel liever het Engels dan de taal van haar buurman. En in China zelf leren kinderen nu Engels vanaf de basisschool. Sowieso studeren nergens zo veel mensen Engels als in China.

Waarom vloeiende Engelse vaardigheden belangrijk zijn

Maar is het leren van Engels nog wel net zo waardevol als vroeger, als steeds meer mensen het spreken als tweede, derde of zelfs vierde taal, vaak op hoog niveau? Is het niet veel nuttiger om te investeren in een taal die níet iedereen al spreekt?

Om het antwoord op die vraag te kunnen begrijpen, is het goed om te beseffen dat – ondanks de vrees van sommigen – het Engels geen andere talen heeft vervangen. Het leren van vreemde talen blijft net zo belangrijk als altijd, maar om mee te doen met vrijwel alles wat internationaal plaatsvindt – van handel tot popcultuur – blijft het Engels een must. Het is een internationale linguïstieke munteenheid die de spreker toegang biedt tot een hele wereld buiten zijn thuisland. Op een planeet waarop steeds meer mensen Engels spreken, onderscheid je je niet met een gemiddeld niveau, maar door het écht vloeiend te spreken. Wie het Engels op haast native-speaker-level beheerst, de nuances snapt en lokale uitdrukkingen en zelfs straattaal begrijpt, heeft daarmee een soort keurmerk in handen om te kunnen reizen, studeren en werken in het buitenland en om je thuis te voelen in deze continu veranderende wereld.

Waarom machines het waarschijnlijk niet van ons zullen overnemen

Maar ja, dit zal misschien toch niet meer uitmaken als machines onze taalvaardigheden overnemen en alles live voor ons gaan vertalen, van appjes tot Skype-gesprekken? Ingenieurs proberen met projecten als Googles Neural Machine (een nieuwe extensie van Google Translate) oplossingen te vinden voor de fouten die machines maken en om uiteindelijk dichter bij menselijke vaardigheden te komen: dichter bij het vertalen van woorden in een specifieke context, in plaats van gewoon als een rijtje woorden. Hoewel de nieuwste tool naar verwachting veel accurater wordt dan Google Translate op dit moment is, zal hij moeite blijven hebben met het begrijpen van (toch vaak ingewikkelde of rommelige) taal, zeker als die gesproken wordt. Een supernauwkeurige Google Translate-machine kan helpen om alledaagse, ingewikkelde teksten te snappen waaraan de menselijke context ontbreekt. Maar de kunst om een taal écht te begrijpen zal in handen blijven van de mens – in elk geval voorlopig.

In de wereld van internationale handel, diplomatie en cultuur draait het vaak volledig om nuance en context. Iets écht begrijpen kan zomaar het verschil betekenen tussen succes en falen. Vloeiend Engels kunnen spreken zal om die reden nog lange tijd een essentiële vaardigheid blijven.

Wil jij ook vloeiend Engels leren spreken?Of course!
Ontvang het laatste nieuws over reizen, talen en cultuur in de GO-nieuwsbrief.Aanmelden

Leer tot 10 talen in meer dan 50 top bestemmingen wereldwijd.

Lees meer