Type 3 Voorwaardelijk

Vorm

In een Type 3 voorwaardelijke zin staat de if-zin in de voltooid verleden tijd en de hoofdzin in de perfect conditional of de perfect continuous conditional.

Test je kennis
If-zin (voorwaarde) Hoofdzin (resultaat)
If + past perfect perfect conditional of perfect continuous conditional
If this thing had happened that thing would have happened.

Net als in alle voorwaardelijke zinnen, staat de volgorde van de bijzinnen niet vast. Je moet misschien de zelfstandig naamwoorden opnieuw indelen en leestekens aanpassen als je de volgorde van de bijzinnen verandert, maar de betekenis is hetzelfde.

Voorbeelden
  • If it had rained, you would have gotten wet.
  • You would have gotten wet if it had rained.
  • You would have passed your exam if you had worked harder.
  • If you had worked harder, you would have passed your exam.
  • I would have believed you if you hadn't lied to me before.
  • If you hadn't lied to me before, I would have believed you.

Functie

De type 3 voorwaardelijk verwijst naar een onmogelijke toestand in het verleden en het waarschijnlijke resultaat in het verleden. Deze zinnen zijn echt hypothetisch en onwerkelijk, omdat het nu te laat is voor de voorwaarde of het resultaat ervan om te bestaan. Er is altijd een implicatie van spijt bij type 3 voorwaardelijke zinnen. De werkelijkheid is tegengesteld aan of strijdig met hetgeen er in de zin wordt uitgedrukt. In type 3 voorwaardelijke zinnen staat de tijd in het verleden en is de situatie hypothetisch.

Voorbeelden
  • If I had worked harder I would have passed the exam. (But I didn't work hard, and I didn't pass the exam.)
  • If I had known you were coming I would have baked a cake. (But I didn't know and I didn't bake a cake.)
  • I would have been happy if you had called me on my birthday. (But you didn't call me and I am not happy.)

In type 3 voorwaardelijke zinnen kun je ook modale hulpwerkwoorden gebruiken in de hoofdzin in plaats van "would" om de mate van zekerheid, toestemming of een aanbeveling over het resultaat uit te drukken.

Voorbeelden
  • If I had worked harder I might have passed the exam.
  • You could have been on time if you had caught the bus.
  • If he called you, you could go.
  • If you bought my school supplies for me, I might be able to go to the park.
Samentrekkingen

Zowel would als had kunnen worden samengerokken tot 'd, wat verwarrend kan zijn als je niet vertrouwd bent met type 3 voorwaardelijke zinnen. Onthoud 2 regels:
1. would komt nooit voor in de if-zin dus als 'd in de if-zin staat, moet het een afkorting zijn van had.
2. had komt nooit voor have dus als 'd bij een zelfstandig naamwoord staat vlak voor have, moet het een afkorting zijn van would.

Voorbeelden
  • If I'd known you were in hospital, I'd have visited you.
  • If I had known you were in hospital, I would have visited you.
  • I'd have bought you a present if I'd known it was your birthday.
  • I would have bought you a present if I had known it was your birthday.
  • If you'd given me your e-mail, I'd have written to you.
  • If you had given me your e-mail, I would have written to you.

De perfect conditional tense

De perfect conditional van elk werkwoord bestaat uit drie elementen:
would + have + voltooid deelwoord
Have gevolgd door het voltooid deelwoord wordt ook in andere constructies gebruikt. Het wordt de "perfect infinitive" genoemd.

Onderwerp + would + have + voltooid deelwoord
He would have gone
They would have stayed
To Go: perfect conditional
Bevestigend Ontkennend Vragend Vragend ontkennend
I would have gone I wouldn't have gone Would I have gone? Wouldn't I have gone?
You would have gone You wouldn't have gone Would you have gone? Wouldn't you have gone?
He would have gone He wouldn't have gone Would he have gone? Wouldn't he have gone?
She would have gone She wouldn't have gone Would she have gone? Wouldn't she have gone?
We would have gone We wouldn't have gone Would we have gone? Wouldn't we have gone?
They would have gone They wouldn't have gone Would they have gone? Wouldn't they have gone?
Test je kennis