Future Perfect Continuous

Form

De 'future perfect continuous' bestaat uit twee elementen
de 'future perfect' van het werkwoord "to be" (will have been) + het tegenwoordig deelwoord van het hoofdwerkwoord (base + ing)

Onderwerp	+ will have been	+ tegenwoordig deelwoord
He	will have been	playing.
I	will have been	playing.

To live, future perfect continuous tense

Bevestigend	Ontkennend	Vragend	Ontkennend vragend
I will have been living	I won't have been living	Will I have been living?	Won't I have been living?
You will have been living	You won't have been living	Will you have been living?	Won't you have been living?
He will have been living	He won't have been living	Will he have been living?	Won't he have been living?
We will have been living	We won't have been living	Will we have been living?	Won't we have been living?
They will have been living	They won't have been living	Will they have been living?	Won't they have been living?

Functie

Net als de 'future perfect simple' wordt deze vorm gebruikt om onszelf naar de toekomst the projecteren en terug te kijken. Het verwijst naar gebeurtenissen of handelingen in een tijd tussen nu en een moment in de toekomst die niet voltooid zijn. Het wordt meestal gebruikt met een uitdrukking van tijd.