Het gebruik van "Excuse", "Forgive" en "Pardon"

Excuse, forgive & pardon kunnen gevolgd worden door een voorwerp + de gerundium of for + een voorwerp + de gerundium (beide gebruikelijk in gesproken Engels). Deze drie werkwoorden kunnen ook gevolgd worden door een bezittelijk bijvoeglijk naamwoord + de gerundium, maar dat is meer formeel en komt minder voor in het gesproken Engels. Deze voorbeelden zijn gemerkt met een asterisk (*). Excuse, forgive & pardon kunnen ook gevolgd worden door zelfstandig naamwoorden.

Voorbeelden
  • Excuse me interrupting.
  • Excuse me for interrupting.
  • *Excuse my interrupting.
  • Excuse the interruption.
  • I can't forgive him lying to me.
  • I can't forgive him for lying to me.
  • *I can't forgive his lying to me.
  • I can't forgive his lies.